Euthansie en haar gevolgen

Euthanasie en haar gevolgen

Een antroposofische visie op euthanasie

Euthanasie is regelmatig in het nieuws. Veel mensen zullen er af en toe bij stilstaan of ze zelf euthanasie zouden willen krijgen bij ondragelijk lijden. Een huisarts krijgt regelmatig vragen over euthanasie en het einde van het leven. In onderstaand artikel wil ik proberen een antroposofische visie op euthanasie te beschrijven. Mede door een persoonlijke ervaring die ik beroepshalve met een euthanasie heb opgedaan.

Voor mensen die ernstig ziek zijn en in de laatste fase van hun leven verkeren, en voor wie het lijden te zwaar wordt, is het mogelijk euthanasie te laten plegen. “Euthanasie” betekent “een goede dood”. Euthanasie toepassen kan zoals bekend niet zomaar, het is wettelijk vrij streng geregeld. De behandelend arts, vaak de huisarts, dient een tweede arts erbij te roepen. Ook die moet beoordelen of het lijden inderdaad te zwaar is geworden, ondraaglijk en uitzichtloos. Pas dan is euthanasie mogelijk.

De laatste jaren heeft zich hierin een grote omwenteling voltrokken. Euthanasie werd vroeger bijna uitsluitend toegepast bij mensen die vlak voor hun dood stonden. Nu is ook psychisch lijden erkend als grond euthanasie. Psychisch lijden kan immers ook ondraaglijk zijn. Het probleem met psychisch lijden is dat het niet altijd goed vast te stellen is. Bovendien is ook niet altijd goed te beoordelen hoe bestendig het is. Een mens kan bijvoorbeeld in een langdurige depressieve periode zitten. Artsen en andere hulpverleners hebben hier vaak mee te maken, en die maken vaker mee dat mensen door diepe dalen zijn gegaan, maar er toch weer bovenop komen. Zelfs neiging tot zelfmoord is niet zelden voorbijgaand. Mensen die een zelfmoordpoging overleven, zijn vaak blij dat het niet gelukt is. Een euthanasiewens bij psychische of psychiatrische problematiek is hierdoor een heikele zaak, waarbij heel zorgvuldig en niet overhaast te werk moeten worden gegaan. Enerzijds moet met alle respect en aandacht worden gekeken naar het psychisch lijden, anderzijds moet ook vanuit professionele kundigheid ingeschat worden of eventueel in de toekomst herstel van een leefbare situatie mogelijk zou zijn.

Een andere omwenteling in de euthanasiekwestie betreft de openlijk geuite behoefte bij veel mensen om hoe dan ook het sterven in eigen hand te willen nemen. Een mens moet daar zelf over kunnen beslissen, is het idee. Bij lijden, op wat voor manier dan ook, ondraaglijk of niet, wil men eigen regie. Met name bij veel oudere mensen is dit meer en meer een behoefte geworden. Mensen worden steeds ouder, en dan, op leeftijd gekomen, kan het gevoel ontstaan dat het leven klaar is, voltooid is. Dan moet het toch mogelijk zijn, vinden veel ouderen, om een dodelijk middel in te nemen en zelf uit het leven te stappen.
Er is daartoe een vereniging opgericht die “Vrije wil” heet. Deze vereniging geeft concrete informatie over het op zichzelf toepassen van euthanasie. Vanuit het gezichtspunt van de hulpverlener en de omstander rijzen hier toch vragen. Kan ieder mens werkelijk zelf bepalen wanneer het leven voltooid is? Een gesprek met familieleden, kinderen en dierbaren kan mogelijk ook andere gezichtspunten opleveren. Het zou kunnen dat er bijvoorbeeld misschien te weinig verzorging is, dat de kinderen eens wat vaker zouden kunnen komen, of dat er nu een depressieve periode gaande is zoals wel vaker is geweest. Misschien zijn er toch dingen te bedenken die het leven wel enigszins betekenis geven, zoals regelmatig contact met de kleinkinderen. De onderzoekscommissie-Van Wijngaarden die zich onlangs hierover heeft gebogen, schrijft, “dat de doodswens zoals die in het onderzoek naar voren komt, geen vaststaand gegeven is. Dat verlangen kan verminderen of zelfs verdwijnen als de lichamelijke of financiële situatie van iemand erop vooruitgaat, de woonsituatie verbetert, of als mensen zich minder eenzaam of afhankelijk voelen”. Een dodelijk middel in huis kan een rustig gevoel geven, maar is ook een risico. In een opwelling kan ernaar gegrepen worden.

Zelf het eigen leven beëindigen, heet zelfmoord. Dat woord wordt liever niet gebruikt. Het is te pijnlijk, te direct, ook al is het mischien feitelijk toch het juiste woord. Vaak wordt dan ook van zelfdoding gesproken. Als een arts erbij helpt dan heet het euthanasie, een milder begrip, al brengt de arts- met de beste bedoelingen- dan ook iemand om het leven.

Wat is nu de antroposofische zienswijze op sterven door euthanasie?
Om die vraag te beantwoorden is het van belang iets te beschrijven van hoe de antroposofie kijkt naar de mens. De zaak ligt heel anders vanuit antroposofisch gezichtspunt dan vanuit materialistisch gezichtspunt. Vanuit antroposofisch gezichtspunt leven wij niet alleen in een zichtbare wereld, maar ook in een onzichtbare wereld. De mens is niet alleen een lichamelijke wezen, hij is ook een geestelijk wezen.
Hoe kun je naar het geestelijke aspect kijken bij het sterven? Als een mens sterft, blijft, volgens Rudolf Steiner, het lichaam achter en de geest gaat op in een geestelijke wereld. Wij leven ons leven op aarde. Maar wij komen uit een hogere, niet materiële wereld en met het sterven gaan we daarnaar terug. Daar is ons thuis. De geestelijke wereld is een wereld van licht en warmte, kleur en klank, en met vele geestelijke wezens. Zoals we hier op aarde de natuurrijken hebben, het minerale-, planten- en dierenrijk, zijn er daar de hiërarchieën, geestelijke wezens van allerlei niveau en heel verschillende kwaliteiten, zoals engelen en aartsengelen
Mensen die een bijna-dood ervaring hadden, zijn even in die hogere wereld geweest en beschrijven daar iets van als zij bijkomen. Zij vertellen over een vredige, stralende lichtwereld en vertellen over vaak een ontmoeting met een lichtwezen waar een onbeschrijfelijke liefde vanuit gaat. Ook zien ze vaak dierbaren die al waren overleden, zoals ouders en andere familieleden.
Rudolf Steiner noemt het sterven “het grootste moment in een mensenleven”. Dan ontmoeten wij volgens hem Christus. Sommigen zullen liever van een ontmoeting met “de Liefde”, of: “het Licht” spreken, zoals ook in de hier onderstaande bijna-dood ervaring. Het is een onbeschrijfelijke belevenis.
De cardioloog Pim van Lommel heeft een aantal verhalen van zijn patiënten die een bijna dood ervaring hadden opgeschreven in zijn boek: “Eindeloos bewustzijn”:

“Ik zag in de verte een licht dat ik op de wereld nog nooit heb gezien. Zo zuiver, zo intens,
zo volmaakt. Ik wist dat het een wezen was waar ik naar toe moest. Ik weet niet hoe dat ging. Ik moest niet denken, ik wist alles. Ik had geen bewegingsbelemmering meer. Ik had geen lichaam meer. Die ballast was weg… Ik ging overal door. Wat ik direct besefte was: hier is geen tijd en ruimte. Het is hier altijd nu. En dat gaf een enorme vrede. Ik ervoer dat tezelfdertijd met het Licht. Dat is het toppunt van alles wat er bestaat. Van energie, van liefde vooral, van warmte, van schoonheid.”

“Ik was daar.” “Ik was aan de andere kant.” Dat heb ik er heel lang alleen maar over kunnen zeggen. Nu al springen de tranen in mijn ogen als ik aan die beleving denk. Te veel! Gewoon te veel om in menselijke woorden uit te drukken. De andere dimensie, zoals ik het nu noem, daar waar geen tijd en ruimte bestaat en een immense, intense zuivere liefde die de liefde in onze menselijke huidige dimensie laat verbleken, als een valse schim van wat het kan zijn. De leugen waarin wij in onze dimensie leven, wordt helder en tegelijk vanuit onze woorden, die zo beperkt zijn, is het niet te benoemen. Alles wat ik zag was doordrenkt van een onbeschrijflijke liefde. De wetenschap en boodschappen die door mij heen gingen waren zo helderen zuiver. Ik wist ook waar ik was, daar waar geen verschil is tussen leven en dood. De frustratie dat ik ze niet in menselijke woorden kan uitdrukken is groot.”

Rudolf Steiner heeft vaak beschreven hoe de gang door de geestelijk wereld is na het sterven. Als we na het sterven in die andere wereld komen, begint een periode van terugkijken op ons aardeleven. Dat duurt lang, ongeveer één derde van het afgelopen leven. We zien wat we allemaal meegemaakt hebben en geleerd hebben. Want het aarde leven is een leerschool. Op een school leer je bijzondere dingen, die je thuis niet zo gauw kunt leren. Op de aarde kunnen we bijvoorbeeld vrijheid, verantwoordelijkheid en liefde ontwikkelen.
Na deze periode van terugkijken begeleiden de engelen ons naar steeds hogere sferen. Het verblijf daar duurt vele honderden jaren. Maar steeds zullen we terugkijken naar het laatste aardeleven en onze ervaringen en lessen blijven zien.

In die wereld van goddelijke wijsheid wordt volgens de antroposofie zowel het geboorte moment als het sterfmoment van een mens bepaald. Het klopt dus wat mensen vroeger vaak zeiden: “als het je tijd is, dan ga je.”Niet zelden voelen mensen half- of onbewust het moment aankomen dat ze gaan sterven.

Een alleenstaande vrouw werd gevraagd: waar ga jij kerst vieren?
Ze zei: daar waar ik thuis zal zijn. Voor kerst overleed ze, onverwacht.
Met kerst was ze dus thuis, in de geestelijke wereld.

Niet zelden komt het voor dat mensen voor hun sterven bijzondere dingen hebben gezegd of gedaan. En is het dan zover, dan gaat het sterven met de nodige voorbereiding gepaard. Bij de geboorte op aarde, bij een bevalling is er veel voorbereiding en begeleiding. Bij het sterven is dat net zo. Er is een voorbereiding en aan gene zijde staan ook mensen en engelen klaar.
Mensen die euthanasie plegen, kiezen voor een eigen sterfmoment. Dat is voor de hogere wereld wellicht niet de juiste tijd. Je kunt ernaar kijken als uit een nog een rijdende trein stappen. Het station is nog niet bereikt, de mensen die daar staan te wachten kunnen je niet opvangen.

Ook het proces van het terugkijken op het leven in de periode na het sterven, verloopt anders voor mensen met een zelfgekozen sterfmoment. De volgende ervaringen roepen de vraag op wat er daar verstoord wordt voor de mens die niet een natuurlijke dood sterft. Allereerst mijn eigen ervaring:

Ik heb eens een patiënt geholpen met euthanasie. Ze was al jaren ernstig ziek. Uiteindelijk ging ze naar het Hospice, ze had verzorging nodig. Eerst ging het goed. Toch werd het haar na een tijdje mentaal te zwaar en uiteindelijk wilde ze euthanasie. Dat was eigenlijk tegen mijn principes en mijn geweten, maar ik had een goede band met haar. In een lang gesprek voelde ik haar nood en besloot haar te helpen. Op voorwaarde dat ze zelf de beker met het dodelijke middel zou drinken. Het is naar mijn gevoel een groot verschil of de patiënt zelf de handeling verricht of dat de arts dat met een injectie moet doen. Haar dochter en zoon waren erbij, toen ze de beker aan nam. Ze bedankte me en dronk hem leeg. Binnen 5 minuten was ze overleden. Het geheel voelde merkwaardig genoeg als neutraal, ondanks het verdriet van de kinderen. Maar in werkelijkheid was het niet neutraal. Een paar dagen later werd ik ‘s nachts wakker en voelde dat zij er was. Het was een soort ziele contact. Ze had heftige emoties, ze was in paniek. Ik beleefde hoe heftig het voor haar was in de andere wereld. Een paar weken erna had ik weer contact, en het was nog steeds moeilijk, maar niet zo heftig meer. Na een aantal maanden was ze wel enigszins tot rust gekomen. Het was acceptabel. Ogenschijnlijk had ik haar geholpen met de euthanasie, maar het tegendeel was waar, ondanks de goede bedoelingen. Deze ontmoetingen in de nacht hebben mij dat duidelijk gemaakt.

Een collega huisarts had ook een patiënt die euthanasie wilde. Na lang dubben stemde hij toe. Hij diende haar een injectie toe. Nu had hij het vermogen om het etherlichaam, het energie lichaam van een mens waar te nemen. Vaker had hij gezien hoe bij natuurlijk overlijden het etherlichaam zich op een gelijkmatige wijze losmaakte van het fysieke lichaam, in een geleidelijk proces Maar bij deze euthanasie, na de injectie, zag hij dat het etherlichaam als het ware abrupt uiteenspatte. Dat was niet alleen een schokkende belevenis voor hem, maar mogelijk ook een ernstige zaak met gevolgen voor het leven na de dood van zijn patiënt. Het etherlichaam is namelijk ook de drager van ons geheugen Alle beelden uit het afgelopen leven zijn daarin verzameld. Bij het sterven, komen die herinneringen vrij. Dat vertellen de mensen die bijna dood waren ook vaak: ze zien hun hele leven voor zich, levendige beelden, ze zien hun hele leven als in een groots panorama:

‘Mijn hele bestaan tot nu toe leek voor mij geplaatst in een soort panoramische, driedimensionale terugblik en elke gebeurtenis leek gepaard te gaan met een bewustzijn van goed of kwaad of met een inzicht in zijn oorzaak of gevolg. Ik aanschouwde niet alleen voortdurend alles vanuit mijn eigen gezichtshoek, ik wist ook de gedachten van iedereen die bij de gebeurtenis betrokken was geweest, alsof zij hun gedachten binnen in mij hadden. Hierdoor kreeg ik niet alleen te zien wat ik had gedaan of gedacht, maar zelfs hoe dat anderen had beïnvloed, alsof ik met alwetende ogen zag. Ook je gedachten gaan niet verloren. En aldoor tijdens de terugblik werd het belang van liefde benadrukt. Ik kan achteraf niet zeggen hoe lang dit levensoverzicht en levensinzicht duurde, het kan lang zijn geweest, want elk onderwerp kwam aan bod, maar tegelijk leek het wel een fractie van een seconde, omdat ik alles tegelijk waarnam. Tijd en afstand leken niet te bestaan. Ik was overal tegelijk, en soms werd mijn aandacht ergens op gericht, en dan was ik daar ook aanwezig.”
(Citaat uit het boek van Pim van Lommel)

Rudolf Steiner beschrijft dat dit levenspanorama na het sterven ongeveer drie dagen aanwezig blijft voordat het oplost. In die tijd neemt de mens in zijn ziel al deze beelden intensief op en neemt ze zodoende mee de geestelijke wereld in om verder te verwerken. Deze herinneringen aan het voorbije aarde leven zijn niet alleen nodig voor het verwerken van het aardeleven, ze geven ook een soort houvast, geven een identiteit. Daaraan ontlenen wij ons ik-gevoel tijdens de hele lange reis door de andere wereld.

Euthanasie heeft dus vanuit deze optiek tot gevolg dat we in de andere wereld weinig of geen herinneringen aan ons afgelopen aarde leven hebben. Zodat we het leven niet kunnen evalueren en niet kunnen verwerken, en dus ook niet de vruchten van dit leven kunnen plukken. En dat we in onze identiteit verzwakt zijn.

Als je op deze wijze naar het sterfproces en het leven na de dood kijkt, is Euthanasie dus in het geheel geen goede dood, maar een ongelukkige dood.
Wat is dan wel een goede dood? Een goede dood is een natuurlijke dood. Het liefst met intensieve en goede ondersteuning en met alle aandacht en liefde voor de stervende. Alle mogelijke middelen moeten we inzetten om het eventuele lijden draaglijk te maken.
Sterven is soms een heel proces, is soms een hele bevalling. Maar het kan een wending krijgen, ook een zwaar zieke terminale patiënt kan plots rustig inslapen. Daarnaast moeten we bedenken dat sowieso veel mensen rustig in hun slaap overlijden. Wordt het stervensproces op het laatst te zwaar dan is er een slaap-infuus mogelijk. Dat heet terminale sedatie: de patiënt wordt door een infuus met een speciaal slaapmiddel in slaap gebracht en hoeft daarmee het laatste stukje van het moeilijke proces verder niet meer mee te maken. Het overlijden volgt dan vaak na 1-2 weken.

Mensen die niet terminaal zijn maar wel sterk lijden, lichamelijk of geestelijk, kiezen nu dus steeds vaker voor euthanasie. Wat zou een alternatief kunnen zijn? De giftige middelen die daarbij gebruikt worden spelen een grote rol. Ze hebben een acute en desastreuze werking op het sterfproces, op het losmaken van het etherlichaam, zoals boven beschreven. Die zouden vermeden moeten worden.

Wellicht zou het zogenaamde versterven ook een alternatief kunnen zijn: het stoppen met eten en drinken tot dat men overlijdt. Bij oudere mensen gebeurt het wel eens als vanzelf. Dat moet dan herkend worden, het is dan ongelukkig om iemand toch steeds vocht te willen toedienen.

Ik was nog maar kort dokter toen ik te maken kreeg met versterven. Een ernstig zieke vrouw met uitgezaaide kanker besloot te stoppen met eten en drinken. Het ging in alle rust en met een glimlach wimpelde ze water en eten af als iemand het toch nog probeerde. Na vijf dagen overleed ze in alle rust.

Is men niet heel oud of ernstig ziek, is versterven in principe een mogelijkheid, maar vraagt wel een sterke wil, een absolute wil om te gaan sterven. En het duurt dan langer, in principe 2-3 weken. Het kan met klachten gepaard gaan; dan is er begeleiding nodig, bijvoorbeeld met pijnstillers en met slaapmiddelen. Als het toch te zwaar wordt is een slaap-infuus mogelijk.

Met het toedienen van een slaapinfuus en met het versterven wordt ook ingegrepen in het sterven, maar door het redelijk geleidelijke verloop kan het etherlichaam zich beter los maken in plaats van los gescheurd te worden.

Wat kunnen we doen als een dierbare euthanasie heeft laten plegen? Allereerst kunnen we bidden en vragen om hulp en ondersteuning vanuit de geestelijke wereld voor de gestorvene. Verder kunnen we helpen de gestorvene nog iets van het aardeleven mee te geven. Het zou daarvoor misschien goed zijn, regelmatig allerlei momenten uit het leven van de overleden dierbare helder voor zich te halen, anekdotes, belangrijke gebeurtenissen, allerlei herinneringen; wellicht ook met behulp van foto’s. En dat steeds met de overledene in gedachten. Want daardoor kan degene in de andere wereld het in zich opnemen en er daar toch nog iets mee doen.
Euthanasie kan, zoals gezegd, vanuit de antroposofische visie op het sterven, gezien worden als een ongelukkige dood. Maar dat is niet het laatste woord. Een mens leeft meer dan één keer, heeft meerdere levens op aarde. En ook al is men een keer door euthanasie gestorven, er is altijd hulp en begeleiding, zeker ook in de hogere wereld, voor alle gestorvenen, hoe de dood ook tot stand gekomen is

Huib de Ruiter, huisarts te Leiden