Overgewicht

Overgewicht is een probleem wat in onze tijd steeds vaker voorkomt. Het is een probleem omdat het hart- en vaatzieken, suikerziekte, depressie en zelfs kanker in de hand werkt.

Passende gewicht
Veel mensen zijn wat aan de ‘stevige’ kant, maar waar begin je van overgewicht te spreken? Er is een maatstaf en dat is de zogenaamde BMI, de body-mass index. Die kun je bepalen aan de hand van lengte en gewicht. Op internet is dat gemakkelijk te vinden. Maar ook zelf kun je voelen dat je te zwaar bent. Niet alleen omdat de kleding te strak zit, maar omdat het niet goed voelt. Je bent jezelf niet. Iemand die flink wat kilo’s kwijt was en weer op zijn oude gewicht was gekomen, zei: “nu ben ik weer thuis!”
Overgewicht is vaak zichtbaar, ook zonder een BMI uit te rekenen. Mensen vellen daar echter meestal te snel een oordeel over. Gaan we wat meer bezonnen te werk, dan voelen we op de een of ander manier aan of iemand te zwaar is, of dat een stevig postuur ook wel past bij die persoon. Niet ieder mens heeft dezelfde bouw, bij de één past het tengere, bij de ander het stevige. Natuurlijk zijn er ook culturele verschillen. Er zijn culturen waar overgewicht juist gewenst is en mooi gevonden wordt. Op bijgaande foto zien we rozenpluksters uit Roemenië aan het werk. Stevige vrouwen maar in deze situatie en cultuur heel passend.

 

(foto: Weleda Nederland)

Ideaalbeeld
Alle culturen en tijdperken hebben zo hun verschillende accenten in schoonheidsideaal wat betreft postuur. Is er een soort oer-ideaalbeeld van hoe een mens er uit kan zien?
In het oude Griekenland werd dat ideaalbeeld misschien het dichtst benaderd. De plastiek van de Griekse beelden is onovertroffen en wekt nog altijd onze bewondering. Bij het zien van deze beelden kun je je voorstellen dat de menselijke vorm door de goden is geboetseerd. Hier zie je de mens als een ideale, hemelse gestalte, als een kunstwerk.
Is deze gestalte bij ons gewone mensen uit de vorm geraakt, dan kun je van de kunstenaar die boetseert leren waar het om gaat. Het gaat om substantie en om vorm. Er is goede bruikbare klei nodig -geen harde bonken of zachte brei- en er is de boetseerder nodig die er vorm aan geeft. Vertalen we dat naar de mens, dan is er goede voeding nodig en voldoende vormkracht.

Het menselijk lichaam heeft zijn gestalte in de eerste plaats te danken aan het skelet. Zonder skelet zakken we in elkaar als een pudding. De uiteindelijke vorm wordt echter bepaald door spieren en vet. Vet zorgt voor de afronding van de lichaamsvorm. Vet speelt natuurlijk een hoofdrol bij overgewicht. Het kan daardoor een negatief element worden, een boosdoener, maar laten we niet vergeten dat vet ook noodzakelijk is. Vet is iets wat beschermt, het is een polstering. Ook inwendig zijn er organen, bv de nieren, die ingebed zijn in vet en daarmee beschermd zijn. Tot in de fijnste structuren zoals de celwanden is vet een onmisbaar levenselement. En vet is een warmte-bron. En met warmte loopt alles beter, vet ‘smeert’ als het ware met warmte.

Strekken en vullen
Een mens komt vrij tenger op de wereld. Pas iets later komt het ‘baby- spek. Al een eeuw geleden viel het artsen op dat in de groei van het kind zich steeds twee fasen afwisselen: die van lengtegroei en die van breedtegroei, van vullen. Periodes van strekken wisselen af met periodes van vullen. De vulperiodes zijn globaal van 2 – 4 jaar, 8 – 10, en van 15 – 20 jaar. Je zou kunnen zeggen dat sommige mensen op de de één of andere manier in de strekfase eindigen en andere in de vullingsfase. Stevige mensen zijn vaak ook aan de korte kant.

Mensen zijn verschillend
Sommige mensen neigen tot dik worden, ook als ze niet overmatig eten, anderen worden nooit dik, hoe veel ze ook eten. Dat is een kwestie van gestel. Heb je een gestel met een accent op de stofwisseling, dan is er veel substantie en vulling. De lever is het orgaan dat dan overheersend is. De lever is specialist in opnemen en omzetten van voeding. Anderen hebben het accent op vormkracht, alles wordt in de vorm gehouden. Deze vormkrachten komen vanuit de longen. Deze werkzaamheden van de organen kunnen worden benut in de therapie. Is er teveel vulling dan kunnen we via de longkrachten meer vorm brengen, is er ondergewicht dan kunnen we via stimuleren van de leverwerking extra vulling bewerkstelligen. Dat kan met medicamenten of met therapieën. Met bijv. boetseren kun je vormende krachten (longkrachten) in het lichaam wekken, met bijvoorbeeld een koperpreparaat kun je de leverwerking stimuleren.

Flegmatisch temperament
Ieder mens heeft zijn eigen temperament. Er zijn van oudsher vier temperamenten: het cholerisch, het sanguinische, het melancholische en het flegmatische temperament. De meeste mensen hebben een bepaalde mix van deze vier. Het laatste temperament, het flegmatische heeft als kenmerk traagheid, stevigheid, gestaag doorgaan, onverstoorbaarheid en voorliefde voor eten.
De flegmatische lichaamsbouw is stevig en neigt naar rond worden.
Stevig en rond zijn is niet in de mode. Medisch is het niet gezond. Maar stevige mensen hebben vaak ook waardevolle kwaliteiten. Er gaat niet zelden een bepaalde kracht, rust en gemoedelijkheid van hen uit. We kennen minister de Jager nog wel, Erica Terpstra of Bas van Werven. Sympathieke mensen die doorzettingsvermogen hebben en hartelijk zijn.

Vetmesten
Naast het gestel wat een mens mee heeft gekregen is de leefwijze van belang.
Van het boerenbedrijf kunnen we leren welke leefwijze leidt tot aanzetten en dikker worden. Varkens kun je vetmesten door ze veel eten te geven en ze niet te laten bewegen. Willen we afvallen, dan moeten we minder eten en veel bewegen. De voeding spreekt voor zich. Overschot aan voeding wordt in het lichaam omgezet in vet en dat wordt opgeslagen. Om een overschot te vermijden en het gewicht terug te brengen doet men een dieet. Ooit leerde ik nog van een internist dat het beste dieet was om de helft te eten van wat je gewend bent. Het gaat ook om simpelweg om de hoeveelheid eten. Naast de hoeveelheid die opgenomen wordt is echter zeker ook van belang hoe de voeding in het lichaam verwerkt kan worden. Daar komt de kwaliteit van de voeding om de hoek kijken. Slechte kwaliteit voeding stimuleert het lichaam niet maar geeft een soort zwaarte.

Beweging
Met beweging verbruiken we energie en dus ook vet. In bewegen is er een uitweg voor het vet! Bovendien werkt uiterlijke beweging stimulerend op de innerlijke beweging in de mens. Stofwisseling van darmen en organen komen in beweging, er is meer opruiming en uitscheiding. Vetophoping heeft ook iets met zwaarte en traagheid van doen. Beweging haalt als het ware de bezem er  door.

Therapie
Er zijn pillen om af te vallen. Bepaalde middelen binden bijvoorbeeld 30% van het gegeten vet zodat dat uitgescheiden wordt. Dit geeft meestal nare ontlasting en bijwerkingen en het is veel beter die 30% vet niet te eten. En dat vraagt wilskracht.
Overgewicht is vooral een mentale kwestie. Er is motivatie en wilskracht nodig om het aan te pakken. Daar kan de ondersteuning van een gesprekstherapeute nodig zijn.
Meer lichaamsbeweging is nodig en dat kost tijd en moeite. De voeding aanpassen is natuurlijk essentieel, daar is het advies van de voedingskundige een goede ondersteuning. Dan gaat het niet alleen om minder calorieën, maar vooral ook om gezonde voeding. Veel mensen denken dat ze al gezond eten, maar vaak is er nog veel te verbeteren. Bovendien is voeding een persoonlijke zaak, wat voor de een goed is, is voor de ander niet goed.
En tenslotte is er het gestel, de constitutie van de mens die met medicatie en therapieën verbeterd kan worden. Homeopatisch lood of tin bijv. geven meer vormkracht. Bittermiddelen verlevendigen een trage stofwisseling en verbeteren de uitscheiding. Met kunstzinnige therapie en euritmie kunnen vormende krachten versterkt worden.

Teveel
We leven in een tijd van teveel. Op allerlei manieren vraag het leven ons om grenzen te stellen en om te kiezen. Overgewicht is een problematiek die daarbij aansluit. Er zijn grenzen nodig ten aanzien van de hoeveelheid eten en keuzes zijn nodig om voor kwaliteit te kiezen. Zodat we op een dag kunnen zeggen: ik ben weer thuis!

Huib de Ruiter
Huisarts

hdr@de-lemniscaat.nl